9-05-2018 Belfort – Vandoncourt 29km
Lees verslagHet is al best een lange rit vanuit Nederland. Rond een uur of twee parkeren we de auto bij een bakkerij aan de rand van Belfort. Hier kiezen we voor, omdat dit dicht bij een afrit en het station ligt, dit zal de terugreis vereenvoudigen. Dit betekent wel dat een deel van de route (van Evette tot Belfort) geskipt wordt. Voor mij is dat prima ik ben toch geen enorme purist. Vanuit Belfort starten we aan de variant van de GR5 tot aan Fesches-le-Châtel. Het eerste stuk is niet echt noemenswaardig. Wel lopen we langs een nieuw hypermodern TGV station, dat er een beetje verloren in het landschap bij ligt. Bij het hotel bij het station komen we wat Franse nurksheid tegen als we in eerste instantie geen gebruik van het toilet mochten maken. De dag word een stuk mooier als we het kanaal dat de Rhône en de Rijn verbindt, bereiken. Dit blijkt al een oude waterweg te zijn, die tegenwoordig maar weinig bevaren wordt. Onderweg zijn ook enkele sluizen die toch wel een aanzienlijk hoogteverschil moeten overwinnen. Deze zijn schijnbaar zo smal dat ze (vroeger) enkel door Franse binnenvaartschepen bevaren konden worden. Een typisch staaltje van (weinig efficiënt) protectionisme. Na het kanaal komen we terug op de originele route en gaan we gelijk voor een lang stuk het bos in. Na het bos komen nog twee dorpjes, waar we de aangegeven café’s uit het routeboek helaas niet kunnen vinden. Aan het einde van Vandoncourt vragen we maar bij wat mensen om wat water voor de avond. Vanaf hier begint de Jura en we mogen gelijk een heel eind omhoog. Hierbij komen we in de avondschemering nog langs le Pont-Sarrizin, wat een goede foto moeilijk maakt. Even later zetten we in het bos onze tent op.
10-05-2018 Vandoncourt – Courtefontaine 38km
In de nacht is het gaan regenen en dat zal het nog de hele ochtend doen. De spullen inpakken is dan niet leuk. Eenmaal op pad verdwijnt de irritatie wel. Het is wel een beetje finetunen om op juiste temperatuur te blijven: capuchon op of af, jas open of dicht? Vandaag is het ook Hemelvaartsdag, dus bijna alles is gesloten. Wel komen we halverwege de ochtend langs een boshut, waar we een aantal koffietjes nuttigen en een intensivering van de regen afwachten. Vanaf hier gaat het steil omhoog naar de grens met Zwitserland; op sommige plekken is dat wel een beetje glibberen. Oude grenspalen tonen aan dat we nu bij Zwitserland zijn gearriveerd en we volgen de grens en bergkam voor enkele kilometers. Na een paar kleine dorpjes dalen we af naar St. Hippolyte, een toeristisch dorpje aan de Doubs. De ochtend in de regen heeft ons toch wel moe en hongerig gemaakt, dus in het dorp zoeken we een restaurantje op. Helaas hadden ze op dit tijdstip geen warm eten voor ons, dus moeten we het maar met een paar matige plakken ham doen. Na de lunch is het gelukkig droog. We lopen eerst langs een fraai stuk van de Doubs waarna we de Doubs oversteken en omhoog gaan over afwisselend weilanden en bossen. In feite steken we een stuk door over een berg, want daarna komen we weer terug bij de Doubs. In het eerste stuk halen we een andere GR loopster bij. Zij slaapt in een hangmat: nog minder gewicht. Haar dag zit er iets eerder op dan die van ons, dus na enige tijd zeggen we elkaar gedag en lopen wij weer verder. We lopen dus langs en door weilanden, in bijna al deze weides staan de voor de Jura typische koeien die meestal hun horens mogen houden. De route gaat ook enkele malen door deze weiden, waardoor we tussen de nieuwsgierige koeien lopen. Joerik had hier eerst wat schrik voor, maar is het inmiddels ook gewend. Op een weiland ingeklemd door steile beboste flanken slaan we ons kamp: een fraai plekje.
11-05-2018 Courtefontaine – La Rasse 36km
Lees verslag
We gaan vandaag verder met de doorsteek, eerst over twee heuvels tot 1000m hoogte. Vervolgens een lange afdaling naar Goumois. Dit is het laatste dorp voor ruim 51km! Vanaf hier zullen we de rivier door een van zijn ruigste stukken volgen tot in Villers-le-Lac. Daar zullen we morgen pas zijn, dus we doen inkopen in de piepkleine dorpswinkeltjes voor de komende twee dagen. We kopen ook een uitgebreide lunch om hier te nuttigen. Naast de brug (naar Zwitserland) is een kano opstappunt met een mooi grasveldje. Hier doen we de schoenen uit en gaan eens lekker in het zonnetje liggen. Opgewekt kunnen we goed bevoorraad weer op pad langs de oever van de Doubs, die eerst liefelijk is, maar geleidelijk steeds ruiger word. We moeten zo nu en dan flinke stukken klimmen, om bovenlangs over rotsen te lopen. Op een vlakker stuk rusten we in het gras aan het water uit, genieten. Straks komt de echte canyon ‘Échelles de Mort’. Schijnbaar hebben we een variant bovenlangs genomen. Dit was in eerste instantie niet zo leuk, omdat we door het bos geen uitzicht meer hadden. Na gedaald te hebben, wordt het wachten echter beloond. We komen eerst wat rotsen tegen, en daarna, een adembenemend uitzichtpunt. We staan hier 100m boven de rivier bovenop verticale rotsen. De afdaling loopt met ladders en trapjes tussen een klettersteig parcours door, erg indrukwekkend. We lopen weer langs de rivier over een nieuw pad (nog niet goed ingelopen). Dit loopt vanwege de vele rotsen echter niet zo goed, dus erg vermoeiend. We zijn al behoorlijk op als we La Rasse bereiken, volgens het routeboek is dit een restaurant, maar het is ook een hotel. De nieuwe beheerders blijken een Nederlands-Brits stel te zijn, waar we nog wat mee kletsen onder het genot van een heerlijk biertje. Na een flinke rust lopen we nog een klein stukje verder om onze tent tegen het water op te zetten.
12-05-2018 La Rasse – Villers-le-Lac 26km
Vandaag zullen we het tweede stuk van de Doubs aflopen. Pas over 26 kilometer zal de eerst volgende bevoorrading zijn. Het eerste stuk lopen we langs de rivier door de steile canyon. De flank is helemaal bezaaid met stenen. Op verschillende plekken is het pad weggeslagen door steenlawines, hier klauteren we voorzichtig overheen. Hierdoor lopen we een stuk minder snel dan gedacht. Na enige tijd komen we bij een grote waterkrachtcentrale, waar we de werking nog steeds niet van snappen: de stuwmeren liggen hier namelijk helemaal niet (pas een heel stuk verder). Hier is ook de splitsing waar we verder omhoog moeten lopen. Rechtdoor, langs het water, wordt volgens de borden afgeraden wegens steenslag gevaar, dat willen we wel geloven. Het stuk omhoog is erg lang, we klimmen namelijk tot bijna 1000m. Halverwege rusten we nog even, de rivier ligt nu al een duizelingwekkende hoogte lager. Boven is het pas goed duidelijk hoeveel de Doubs zich heeft ingegraven in het terrein: het is echt een enorme canyon. Het komende stuk blijven we echter op hoogte, eerst met mooie vergezichten, maar na enige tijd weer in het bos. We verlangen eigenlijk wel om weer terug naar de rivier te lopen, daar was het terrein een stuk interessanter. Na een lange afdaling naar een stuwdam lopen we weer over eenvoudigere paden langs het stuwmeer. Aan het eind van het meer beginnen we steeds meer mensen te zien. Hier moet de rivier zich door steile wanden heen manoeuvreren. Als toetje is er ook nog de waterval die we van een afstandje mogen bewonderen. Vlakbij een parkeerplaats zijn er wat tentjes in het bos, waar we dankbaar een ijsje eten. De spectaculaire stroom van de rivier is eigenlijk maar kort, hierboven ligt een groot natuurlijk meer dat langgerekt helemaal tot aan Villers-le-Lac reikt. Hier varen ook rondvaartboten om toeristen van het dorp naar de watervallen te brengen. Bij de start van het meer moeten we echter eerst weer een heel eind omhoog, later blijkt waarom, de flanken zijn bijna verticaal. Bovenlangs lopen we langs de rivier in een lekker middagzonnetje. Na verloop van tijd neemt de steilheid van de flank af en gaan we langzaam weer terug langs de oever. In een weilandje gaan we eens zitten om de plannen te bespreken. Ik zou eigenlijk zo ver mogelijk willen lopen en morgen terug naar de auto willen liften. We willen wel in een strategische plek stoppen, dus morgen verder lopen zou betekenen dat we wel erg ver zouden moeten lopen. We besluiten daarom om vandaag maar vanuit Villers-le-Lac terug te liften. We zijn dan een dag eerder thuis (wat maar goed is want de zondag zou het weer slecht worden) en hebben een goed bereikbare startplek voor de volgende keer.